Mijn eerste battle, de enige die ik heb bijgehouden. Tegen Lizardmen.
Tybald de Lusigny, die een eenheid van zijn meester kreeg om de zuidelijke delen van het eiland te vrijwaren
van invallers trok gestadig op, Standarte Gespensterlegion ofwel het spooklegioen.
Vanuit de bossen in de verte, en de kleine moeraseilanden kwamen als uit het niets ineens
laag gebogen en gepantserde beesten tevoorschijn, reptielen die uit waren om de wens
van de meester te vernietigen. Onder een scherm van duisternis stelde de charismatische
vampier zijn eenheid op, om voor eens en altijd een voorbeeld te stellen aan hen
die het onvermijdelijke durven te trotseren.
Ontelbare kleine skinks, die de voorhoede vormden van de lizardmen force veranderden
de moerassen in kleine bastions waruit oneindige stromen vergiftigde pijltjes suisden.
De kortstgelegen eenheid, hongerige ghouls die de voorhoede vormden, verloren daarbij
een derde van hun aantal, gruwelijk schreeuwend als het vergif z'n akelige werk deed.
enkele salvo's raakten ook een eenheid eeuwenoude krijgers op hun onsterfelijke paarden,
maar de pijltjes ketsten schrameloos af op hun verroeste harnassen.
Terwijl de troepen van Tybald de tegenaanval inzette tegen dit ongedierte, regende de het
naast pijlen ook bijna onafgebroken magische blikseminslagen tussen z'n troepen.
Maar niets kon de opmars stuiten, terwijl de lizardmen zich al vechtend terugtrokken
naar hun grotere broertjes die zich in hun achterhoede hadden opgesteld om de strijd
in man tegen man..of, onsterfelijke krijger tegen ongedierte aan te gaan.
De troepen van Tybald lijden in totale stilte als hun rangen worden uitgedund, en ondanks
de voorzorgen en massaal geschut van de lizardmen, komen ze ongestoord dichter.
Het gehuil van "Lilian the Thrice cursed" brengt enkelen van die skinks op hun knieën,
hun scales witgekleurd van onvoorstelbare angst, terwijl hun hart het opgaf, hun kameraden
als zowel hun 'stoutmoedige' generaal vluchten voor hun leven van deze vervloekte vrouw,
alleen om enkele tellen later verscheurd te worden door een horde wolven waarvan de ingewanden
reeds lang verrot en afgestorven zijn. Enkel de skink generaal ontsnapt de dans.
De rest van het leger, verbijsterd om hun rechterflank te zien inzakken als een strooien huisje,
en hun generaal te zien lopen voor zijn leven, weg van het slagveld maken zich ondanks alles nog
klaar om de schok op te vangen van een leger dat reeds lang gestorven is, maar toch weigert
om in het graf te blijven. De bliksems stoppen langzaam, en zware onweerswolken pakken
samen boven het duistere slagveld.
'De doden lopen snel, te snel' moet op elk hun lippen, als ze die hadden, gebrand zijn.
Ondanks hun trage, mankende stappen, dreef de opzwellende onweerstorm de doden vooruit met de
snelheid van de wind in de rangen van de Lizardmen. Ruiters kwamen door rotsmasief gereden en
stormde recht op een eenheid sauruskrijgers. De ghouls, die eerder vielen door blikseminslagen
en vergiftigde pijltjes stonden eensklaps weer recht, en volgden hun wapenbroeders in het heetst
van de strijd, scheurend, trekkend en bijtend, terwijl hun klauwen de lizardkrijgers voor hun in
stuken scheurden.
Koning Erghardt, een machtig krijger van weleer, maar reeds duizenden jaren geleden gestorven,
stapt voorwaarts en roept of een van dat ongedierte voor hem de moed heeft om hem alleen te duelleren.
Een kleine moedige Scare leader stapt naar voren, maar zijn hoofd word gescheiden van zijn romp
nog voor hij z'n kromzwaard klaar had. De andere ondode ridders richten een waar bloedbad aan onder
de Scar leader zijn overige manschappen, en de rest neemt plots de benen, enkel om platgereden te worden
door de snuivende doodspaarden van de zwarte ridders.
De generaal, ver van het gewoel van de strijd verwijderd, kijkt eensklaps om, en ziet twee van de
dode wolven achter hem rennen. Een grijns siert z'n kop, En roept z'n ketterse magie aan om
deze twee honden terug tot as te laten blakeren. Slechts een van de wolven geblakerd, de andere loopt
onvermoeibaar door. De generaal trekt eensklaps een zwaard, en bereid zich voor om te bewijzen dat
een enkel dom en dood beestje zijn macht niets kan maken. De grijns verdwijnt wanneer de wolf
onder de zwaardslag duikt en de skink bij de nek grijpt, bijtend tot die helemaal opengereten ligt.
Verder noordwaarts, op het slagveld, staan nog een handje vol lizardmen krijgers, te koppig om op te
geven onder leiding van een kleine groene shamaan. Een eenheid kroxigors trekt op naar het centrum,
maar Lilian, en Tybald zorgen dat geen enkele van die beesten hun falen kan navertellen.
Een laatste handjevol overlevende skinks en de shamaan, hun wapens en magische staff op de grond gelegd,
geven de strijd op, wetend dat ze de zwarte ruiters niet kunnen ontlopen, of de strijd niet
kunnen winnen, smekend om een eervolle overgave. Jammer dat genade voor de zwakken is!
Standarte Gespensterlegion trekt voorwaarts!
Standarte Gespensterlegion staat nog steeds ongselagen in de frontlinie, maar intussen hebben de lizardmen
reeds bewezen dat ook zij de doden kunnen stoppen en voor altijd ten grave leggen.